We horen steeds vaker dat mensen steeds moeilijker een huurwoning in hun eigen dorp kunnen krijgen. Dorpelingen vinden het ook belangrijk dat mensen een binding hebben met het dorp. Dit komt de leefbaarheid van het dorp ten goede zeggen ze. Uit ons onderzoek eind 2022 met als onderwerp ‘verhuizen’ is gebleken dat een meerderheid van de respondenten in hun wijk of dorp wil blijven wonen.
In Friesland wordt er een project opgezet om in (kleine) dorpen minstens de helft van de vrijkomende huurwoningen toe te wijzen aan mensen uit het dorp. Je moet dan wel aan kunnen tonen dat je er al jaren woont. Door voorrang te geven aan mensen uit het dorp, heb je, als je minder inschrijftijd hebt bij Thuiskompas, wel kans dat je voor gaat op iemand van buiten het dorp, die meer inschrijftijd heeft.
Het valt op dat de ondervraagden anders aankijken tegen het met voorrang toewijzen van woningen aan mensen uit een dorp dan mensen uit een wijk in een grote plaats.
We hebben onze klankbordgroep hierover twee stellingen voorgelegd. We hebben 138 reactie gekregen.
Stelling 1: Mensen uit hun eigen dorp moeten voorrang krijgen
Hier zegt 73,2% van de ondervraagden dat mensen uit een dorp voorrang zouden moeten hebben, omdat ze al een binding hebben met het dorp en er kunnen blijven wonen of terugkeren. Van de ondervraagden is 25,4 % van mening dat iedereen een woning moet krijgen volgens de regels van Thuiskompas. 2 Mensen hebben geen antwoord gegeven.
Stelling 2: Mensen in een grotere plaats moeten voorrang krijgen in hun wijk
Als we dezelfde vraag stellen om woningen met voorrang te verhuren aan wijkbewoners zien we een ander beeld. Bijna de helft (49%) is van mening dat mensen een woning moeten krijgen volgens de regels van Thuiskompas. Van de ondervraagden is 42% van mening dat wijkbewoners wel voorrang zouden moeten hebben, omdat ze een binding hebben met de wijk. De overigen hebben geen mening (7%) of hebben de vraag niet beantwoord (2%).