Het verhaal van Hank Oraile
Mijn werk
Ik werk bij GGZ Kind en Jeugd, jongeren begeleiden. Ben nu bezig minder te werken.
Begeleiding bestaat uit wekelijks overleg met collega’s welke van de jongens ik op weg moet helpen, sturing moet geven. De jongeren wonen in 6 geschakelde huizen verdeeld in leeftijden vanaf in de leeftijd 15 tot 22 jaar en soms ook ouder. Ze krijgen begeleiding naar behoefte en worden gemonitord. In twee woonhuizen leren ze klusjes doen, koken enz. Dat is om ze te leren structuur in hun leven aan te brengen. Als ze willen blijven, moeten ze of naar school, of naar werk zoeken, of ergens stage lopen.
Lockdown
Bij de eerste lockdownperiode ben ik twee maanden thuis gebleven, heel weinig naar buiten gegaan, alleen voor boodschappen.
Sowieso hield ik contact met het werk. Het werken moest ik online doen, overdracht van werkzaamheden, de ontwikkeling op het werk, enzovoorts.
Vanuit de organisatie werd van alles gedaan om corona weg te houden.
Daarna een maand weer uitproberen of werken mogelijk was. Wat kan je op de locaties weer doen, hoe kan je weer functioneren. Vanuit de organisatie werden voorzorgsmaatregelen getroffen om corona weg te houden.
In die maanden was er niemand met corona op werk, ook niet bij de jongeren.
Vanaf de versoepeling in jun 2020 ben ik weer volledig aan het werk gegaan. De coronaregels moesten door iedereen in acht worden genomen. Alleen zo konden de locaties weer draaien.
2021
In januari dit jaar werd er bij aantal jongens en bij twee collega’s corona aangetroffen. De begeleiders moesten in quarantaine. De coronajongeren moesten naar een speciale locatie in Drenthe en daar blijven tot er geen corona meer werd aangetroffen.
Er mocht niet meer gekookt worden op de locatie in Assen, warme maaltijden werden bezorgd.
Ik mocht niet meer daar komen, omdat ik bij kwetsbaren hoor. De collega’s die werken, moesten zich speciaal kleden, speciale schorten, mondkappen plus grote helm met grote masker.
Het ging om twee uitbraken, een grote en een kleine. Dit heeft ongeveer een maand geduurd, van eind januari 2021 en de hele maand februari.
Afgelopen week, begin maart mocht ik weer naar de locatie.
Situatie van Anna mijn vrouw
Anna mijn vrouw werkt ook in de zorg. Gedurende de hele coronaperiode heeft ze heel lang niet gewerkt, alleen online. Ook omdat ze zelf kwetsbaar is, astmatisch-bronchitis. Vanaf de versoepeling heeft ze af en toe gewerkt, heel voorzichtig, omdat ze bang is voor teveel contact.
Bij overlijden van dichte familie van Anna moest overlegd worden wat te doen. En bij Molukse families is het gebruikelijk dat je direct aanwezig bent en blijft. Maar nu mochten hooguit drie personen bij elkaar. En verplicht met mondkapjes. Zelfs voor familie die van ver kwamen golden die regels. En dat werd niet altijd in dank afgenomen. Er is binnen de families ruzie door ontstaan.
Molukse wijk
Ook in de molukse wijk is het anders dan anders. Je ziet niemand meer buiten lopen. Er worden geen contacten meer onderhouden. Het is doodstil. Mensen zijn heel erg op zichzelf.
Om een voorbeeld te noemen: er is een vrouw gevallen, haar man heeft ook zijn beperkingen, loopt niet goed. Normaal gesproken worden ze door medebewoners geholpen, maar nu moeten ze zichzelf helpen. Dus je ziet de mensen niet en ineens zie je ze in een rolstoel. Echt verschrikkelijk.
Hoe nu verder
Het is voor iedereen hetzelfde geweest de afgelopen periode, de onzichtbaarheid van de ziekte, alles was beladen. Alles moest en moet nog steeds op een laag pitje. Constant weer overwegen wat het beste is.
Anna gaat bijvoorbeeld niet meer naar de supermarkt. Dat doe ik en onze dochter die in Assen woont. De boodschappen legde ze in die eerste strenge lockdownperiode voor de deur. Onze kleinkinderen hebben we helemaal niet gezien in die periode. Gelukkig kan je tegenwoordig veel online contacten, facetimen, whatsappen. Pas bij de versoepeling zijn ze weer bij ons thuis gekomen.
Maar we moeten niet zielig doen. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.
Ik houd mezelf fit door veel te lopen, te fietsen, gezond te eten, vitamines slikken. En zoveel contacten blijven onderhouden, en altijd en overal met mondkapje op.