van onze voorzitter, Marcel Bomers
Tuin
“Kijk daar nog een vlinder!”
Met z’n tweeën, zittend op de vensterbank, zijn we naar vlinders en andere insecten aan het kijken. De voortuin had tot een paar maanden geleden nog geen definitieve bestemming gekregen. Naast de heg stonden er al wel een paar seringen in. Tot het moment dat een zakje door de bus kwam. Op de verpakking stond dat de bloemzaden aantrekkelijk waren voor vlinders, bijen en andere insecten. Mijn vrouw ging daar direct mee aan de slag. Het gevolg van deze aanpak was wel dat we de eerste tijd tegen een kleine zandvlakte aan zaten te kijken. Maar langzaam zag je sprietjes de weg naar boven vinden. Maar we hadden geen enkel idee welke bloemen zich zouden laten zien. Dus zaten we regelmatig op de vensterbank naar de voortuin te kijken. En de belofte kwam zeker uit, want een keur aan bloemen siert nu onze voortuin. Die er door de manier van zaaien niet als een modeltuin uitzag. Maar daar hebben de insecten geen boodschap aan.
Tijdens een gesprek over leefbaarheid moest ik aan onze voortuin denken. Het ging er over dat goed onderhouden tuinen belangrijk zijn voor het beeld van de wijk. ‘Hoe moet men dan eigenlijk over onze tuin denken’, schoot door mijn hoofd. Het beeld past niet bij het ideaalplaatje. Maar voor o.a. de vlinders is hij wel perfect. Dus, bedacht ik mij, is het in het kader van leefbaarheid, niet zinvol bij mensen te informeren waarom de tuin de tuin is. Misschien hebben de bewoners er nog geen tijd voor gehad. Misschien zijn de bewoners niet meer in staat om voor hun tuin te zorgen. Misschien is de tuin wel voor de biodiversiteit zo ingericht. Belangrijk is om met elkaar te praten over dit soort onderwerpen. Maar let op: voordat je het weet, sta je met de schoffel in de hand jouw hulpbehoevende buren te helpen. In het kader van leefbare buurten kan dat, ook al is jullie schoffeltechniek net zo slecht als de mijne, alleen maar positief zijn. Ik ga nog even naar mijn insecten in de voortuin kijken.